PWN
 
Loont aanvullend onderzoek bij slechte rioolbuizen?
In maart bracht Rioned de publicatie ‘Toestandsbepaling betonnen riolen’ uit, een samenvatting van het proefschrift van Nikola Stanic. Als video-inspecties laten zien dat betonnen rioleringsbuizen flink zijn aangetast, grijpt de gemeente Schagen niet meer automatisch naar maatregelen. Soms volgt eerst aanvullend onderzoek met boorkernen. Hoe bruikbaar is dat?

“Bij rioolinspecties worden camerabeelden gemaakt in de buizen”, legt Peter van der Munnik, rioolbeheerder in Schagen, uit. “Daarop zien we waar de schades zitten zoals scheuren, ingroeiende wortels of biochemische aantastingen. Dat laatste komt vaker voor bij betonriolen uit de jaren 70. We delen de staat van de buizen in vijf categorieën in, waarbij 1 goed is en 5 heel slecht. Tot twee jaar terug gingen we al bij klasse 4 automatisch over op vervanging of relining. Maar inmiddels weten we dat vooral buizen met een kleinere diameter, tot zo’n 40 centimeter, vaak overgedimensioneerd zijn: ze zijn veel sterker dan noodzakelijk is. Een gevolg van het productieproces dat een minimale buisdikte vereist. Dat betekent dat deze buizen ook wanneer ze vrij ernstig aangetast zijn, nog sterk genoeg kunnen zijn voor de komende jaren.”

Zorgvuldige berekening
Om daar uitsluitsel over te krijgen, maakt de gemeente Schagen gebruik van aanvullend boorkernonderzoek. “Dan gaan we met een boor dwars door het wegdek en de ondergrond en halen we een schijf met een diameter van zo’n 10 centimeter uit de bovenkant van de buis. Dat doen we waar de streng er het slechtst aan toe is. Het gat stoppen we af en de geboorde kern laten we in een laboratorium nader onderzoeken: hoe dik is de buis daar nog? Wat is de sterkte van het beton? Die gegevens combineren we met gegevens over de verkeersbelasting, grondwaterdruk en gronddruk ter plekke. Uit die berekening rolt hoeveel jaar de buizen nog veilig in de grond kunnen blijven, zonder instortingsrisico.”

Kritisch onderzoek over o.a. boorkernonderzoek.
Hierin zijn opmerkingen gemaakt over de bruikbaarheid van dit soort onderzoeken. Wij blijven boorkernonderzoek vooralsnog toepassen, kritisch kijkend naar de hoeveelheid boorkernen, homogeniteit van de onderzoeksresultaten, locatie en omstandigheden en in
afwachting van het in de publicatie genoemde nader onderzoek.

Werkzaamheden uitstellen en combineren
Heel vaak komt dit aanvullende onderzoek niet aan de orde: in twee jaar tijd is het twee keer uitgevoerd. Peter: “In één geval zijn we alsnog direct aan de slag gegaan, maar op de andere locatie bleken we nog 5 tot 10 jaar te kunnen wachten met maatregelen. Daarmee kunnen we een forse investering uitstellen. En bijvoorbeeld wachten tot de weg erboven ook aan vervanging toe is, zodat we die werkzaamheden kunnen combineren. Daarmee vergroten we het besparingspotentieel nog verder.” Den Helder, Hollands Kroon en Texel zijn inmiddels ook overtuigd van het nut van boorkernonderzoek. “We hebben ze zelfs in onze gezamenlijke aanbesteding van rioolonderhoudopgenomen.”

Maart dit jaar heeft Rioned de publicatie “Toestandsbepaling betonnen riolen” uitgebracht,
over o.a. boorkernonderzoek. Hierin zijn opmerkingen gemaakt over de bruikbaarheid van
dit soort onderzoeken.
Wij blijven boorkernonderzoek vooralsnog toepassen, kritisch kijkend naar de hoeveelheid boorkernen, homogeniteit van de onderzoeksresultaten, locatie en omstandigheden en in afwachting van het in de publicatie genoemde nader onderzoek.
 
 
Contact